Deze website maakt onderdeel uit van het historische archief van SGSP.nl. Kijk op www.sgsp.nl voor een overzicht van ons actuele aanbod.
 Deze historische website wordt niet langer bijgewerkt met actuele onderwerpen of aangepast aan moderne technische eisen.
Zaterdag, 4 mei 2024
Grootspoor
Duitsland
De Br E 60/160
Geschiedenis
In de twintigerlaren van de vorige eeuw werden de trajecten rondom München door de DRB geëlektrificeerd. Hierdoor ontstond er in de grote stations vraag naar elektrische rangeerlocomotieven. Deze locomotieven zouden volgens de plannen van de Reichsbahn op lange termijn de onrendabele stoomrangeerdienst aflossen. Met deze achtergrond bestelde de DRB in het jaar 1926 twee elektrische rangeerlocs. Tot juli 1927 volgden 5 exemplaren. In 1931 werd het aantal met 5 verhoogd, en in 1932 werden er tenslotte nog eens 2 locomotieven aangeschaft. De bestelling was gebonden aan het feit dat bij de bouw van de locomotieven zoveel mogelijk onderdelen van de Baureihe E 91 en E 52 gebruikt werden, om tot een goedkoper onderhoud voor de locomotieven te komen.


Vanwege het 75-jarige bestaan van het Bundesbahn-Zentralambt in München stond 160 010 op de jubileum-tentoonstelling in München Freimann
, 06 juni 1982. H. Sölch

De eerste locomotief werd in het jaar 1927 als E 60 01 in dienst genomen. Zevenjaar later volgde de E 60 14 als laatste loc uit deze serie. De E 60 01 t/m 12 werden zowel elektrisch als mechanisch uitgerust door AEG. Bij de E 60 13 en E 60 14 werd het elektrische deel door SSW verzorgd. De prijs van de locomotieven bedroeg toentertijd op zo'n 200.000 RM. De locomotieven werden bij de standplaatsen München Hbf, Rosenheim en Garmisch ondergebracht.

Sinds de levering kwamen de locomotieven overwegend in Zuid-Duitse standplaatsen in de rangeerdienst op geëlektrificeerde grote stations in inzet. Met de Oostenrijkse annexatie in 1938 vergrote het inzetgebied zich ook tot Oostenrijk. In november 1938 werden de E 60 03, 06 en 13 als eerste locomotieven in Bw Innsbruck ondergebracht. In het jaar 1940 bereikte het Oostenrijkse bestand met 6 locomotieven zijn hoogtepunt. De andere E 60'en verspreiden zich over verschillende Zuid-Duitse Bws.

Tijdens het einde van de oorlog bevonden de E 60 01, 06-11 zich nog steeds op Oostenrijks grondgebied, maar werden in september 1945 (E 60 10) alsook januari 1946 (de rest) aan de toekomstige Deutsche Bundesbahn (DB) teruggegeven. De DB verdeelde de machines over de Bw'en Garmisch (01, 09), Rosenheim (02, 03) Freilassing (04, 08, 11), München Hbf (05, 13), Murnau (06, 07, 10) en Treuchtlingen (12, 14). De huisvesting van de E 60 03 in Bw München-Ludwigsfeld in de jaren 1945 t/m 1948 bleef eenmalig.

In het jaar 1958/59 werden de locomotieven in AW München Freimann sterk gemoderniseerd. Ze werden onder andere voorzien rangeerovergangen aan de beide loc zijden, een omvangrijke modernisering van de elektrische inrichting alsook een extra zijraam in de bestuurderscabine. Aan de huisvesting van de Bws van het BD München veranderde in de daaropvolgende jaren niet veel. Het Bw Murnau droeg in het jaar 1954 de laatste locomotief aan het Bw Garmisch over.

Met de opgave van de huisvesting van de Baureihe E 60 in München in het jaar 1964 kreeg het Bw Heidelberg voor het eerst in het Bundesbahntijdperk een niet-Beierse Bw locomotieven uit de bouwserie E 60 toegewezen. Als gevolg van de herindeling van de E 60 05 en 06 gingen de te zwak geworden E 60 02 en 03 weer naar Murnau.

Vanaf 1/1/1968 kreeg de Br E 60 het nieuwe computernummer 160 toegewezen. Tot nu toe zijn warwen alle veertien locs nog in dienst en verdeelden zich over de Bws Garmisch (001, 009, 010, 012), Rosenheim (002), Freilassing (003, 004, 008, 011), Heidelberg (005, 006, 013, 014) en Treuchtlingen (007). In januari 1968 eindigde de huisvesting bij het Bw Treuchtlingen. In het jaar 1970 kreeg het Bw Ingolstadt zijn eerste 160 toegewezen. Terwijl de locomotieven in Rosenheim en Treuchtlingen uitsluitend in de daar gelegen stations rangeerden kwamen de andere locs verder. De locomotieven van het Bw Freilassing rangeerden in Bad Reichenhall, Freilassing en werden voor duwdiensten op de helling na Hallturm en in het overgaveverkeer naar Salzburg ingezet. De locomotieven van het Bw Garmisch werden naast de thuisbasis Heimat-Bahnhof nog in Weilheim en Murnau in de rangeerdienst alsook voor overgave- en buurtgoederentreinen gebruikt. De locomotieven uit Ingolstadt rangeerden in Treuchtlingen en kwamen alleen voor onderzoekingen en onderhoudswerkzaamheden in het Bw Heimat. Heidelberger locomotieven werden ingezet in Karlsruhe Hbf en Mannheim Hbf alsook twee locs in Heidelberg Hbf. Met de verhuizing van de 106 002 naar Garmisch in september 1974 eindigde de huisvesting in Rosenheim.

Met het verwijderen van de Br 160, in januari 1976, uit het bestand van locomotieven die worden onderhouden begon de ondergang van de Baureihe 160. De 160 005 (op 4 april 1975) en 160 003 (op 27 mei 1975) zouden volgens de plannen van de DB de laatste locomotieven zijn die een hoofdrevisie kregen. Als eerste werd dan 160 011 vanwege slechte loopeigenschappen terzijdegesteld op 25 oktober 1976 op 27 januari 1977 uitdienst genomen. Nog in hetzelfde jaar volgde de 160 010 door schade aan de motor.

In 1978 werden er tegelijkertijd zes locomotieven buitendienst gesteld: 160 001 (ontsporing), 002 (stootblok overreden), 004 (overschrijden revisie termijn), 006 (overschrijden revisie termijn), 007 (overschrijden revisie termijn) en 014 (stootblok overreden). De 160 005 (beschadigde aandrijving), 008 (motorschade) en 013 (overschrijden revisie termijn) volgden in 1979. Tijdens jaarwisseling 1979/1980 waren er nog maar drie locomotieven in dienst: de 160 003 in Freilassing alsook de 160 009 en 012 in Heidelberg. Niemand rekende er toen op dat de locs nog na 1980 ingezet zouden worden. Met de overheveling van de 160 003 aan Heidelberg op 13 februari 1980 eindigde ook de geschiedenis van de 160 in Beieren. Nu kon men de veteranen alleen nog maar in Heidelberg aantreffen.

Verrassenderwijze kon of wilde men in Heidelberg nog niet van de e-loc veteranen afstand doen, welke voor een deel op een 50-jarige geschiedenis konden terugblikken. In september 1981 kreeg de 160 012 zelfs nog een hoofdrevisie, omdat er in Heidelberg toen acute storingen onder de rangeerlocomotieven heerste. Maar twee maanden later werd de 160 009 terzijdegesteld en in januari 1982 uitdienst genomen. Even later verwierf het
In het voorjaar van 1982 nog een oud plaatje: 160 012 rangeert door het Bf Heidelberg
, 06 juni 1982.
H.
Sölch
Eisenbahnmuseum Darmstadt Kranichstein deze loc, waarmee de snijbrander ontlopen werd.

De twee overgebleven locs konden zich nog tot in het jaar 1983 redden. Eind februari 1983 stond de 160 012 met schade in Heidelberg en wachtte op reserveonderdelen uit het AW Freimann. Midden maart was ze gerepareerd en kon de dienst weer op zich nemen. Niet veel later liep de 160 003 schade op als gevolg van een kortsluiting bij de trapschakelaar en moest daarom aan de kant gezet worden. Aangezien de revisietermijn van de loc op 27 mei 1983 afliep, werd de loc niet meer gerepareerd en in Heidelberg opgesteld. Op 27 mei werd de 160 003 dan ook terzijdegesteld. De 160 012 hield zich echter nog dagelijks bezig met rangeeropdrachten in het station Heidelberg. Interne planningen voorzagen in een buitendienststelling van de Baureihe 160 aan het begin van de winterdienstregeling eind september. Het breken van een van de aandrijfstangen begin juni 1983 beëindigde toen echter voortijdig de inzet van de laatste 160. Op 8 juni 1983 werd de 160 012 terzijdegesteld, omdat een reparatie in verband met de nog korte levensduur niet meer ter sprake kwam. Met de buitendienststelling op 31 augustus 1983 eindigde de geschiedenis van de Br 160 in de planmatige dienst.

Terwijl de 160 012 in Heidelberg opgesteld bleef, werd 160 003 in oktober 1983 naar AW München Freimann overgebracht. Nadat vanuit het AW München Freimann een nieuwe drijfstang naar Heidelberg overgebracht was, begon de 160 012 aan haar weg naar het Auto- en Techniekmuseum Sinsheim. Na hun buitendienststelling stond een grootdeel van de 160'en nog een tijd bij het AW München Freimann op het locomotievenkerkhof voor ze in het midden van de tachtigerjaren tot schroot verwerkt werden.

Al in het jaar 1977 werd de 160 010 als museumloc van de DB uitgekozen. Verder verwierven het Museum Darmstadt-Kranichstein (160 009) en het Auto & Techniekmuseum in Sinsheim (160 012) een locomotief. Hiermee bleven er drie locs uit de serie Br 160 voor het nageslacht behouden. Voor het 150 Jahr-Feier in het jaar 1985 bouwde het AW München Freimann de 160 010 met onderdelen van de 106 003 tussen 5 maart en 19 juni 1985 weer dienstvaardig op. De loc werd eerst in Heidelberg onderhouden voor ze met de sluiting van het Bw Heidelberg naar Mannheim werd overgeheveld.

Kleurstellingen >>

 Advertentie
Advertentie link: http://www.moselwein-bahn.eu/
 Info
U kunt uw eigen kopij insturen naar onze redactie.
 Medewerkers